Bij het vlechten van heggen of hagen kap ik de haagplant aan één kant in. Daarna buig ik de haagplant naar de grond. De haagplanten komen daardoor in de lijn van de heg op elkaar te liggen. Vervolgens vlecht ik de zijtakken in elkaar.
In het volgend groeiseizoen en de jaren erna groeit de heg steeds verder dicht. Omdat ik de haagstammen aan één kant inkap, blijven de sapstromen gewoon doorgaan. En dus blijft de heg groeien. Het resultaat? De heg is een ondoordringbaar hekwerk: een hegwerk.