Vlechtstijlen

In de basis kun je heggen vlechten en leggen:

Vlechten

We vlechten een heg met de jonge buigzame scheuten. Bij oudere heggen halen we te dikke stammen weg. We laten een deel staan, zodat het vlechtwerk steun krijgt.

Leggen

Bij het leggen van een heg kappen we de stammen aan één kant in en buigen de haagplanten  op elkaar. Dunnen stammen en takken vlechten we in.

Het vlechten en leggen  kent diverse stijlen, die  toegepast worden afhankelijk van de functie van de heg en volgens de tradities en gewoontes van de streek.

Mijn vlechtstijlen

Staken & Binders

Voor wie op zoek is naar een strak vlechtwerk

Aan de voet kappen we de haagplanten aan één kant in waarna ik ze op elkaar buig. Buigzame dunne stammen en takken vlechten we in. Bij deze stijl gebruiken we verticale staken en een rijtje horizontale binders (wilgentenen of hazelaartwijgen) aan de top van de heg om de gelegde en gevlochten heg stevigheid te geven.

Midlandstijl

Aan één kant strak en aan de andere kant robuust, wild en natuurlijk

Als de Staken & Bindersstijl met dat verschil dat de haagplanten aan één kant in een hoek van zo’n 15 graden naar buiten komen te liggen. Aan de ene kant zie je een strak vlechtwerk, aan de andere kant een robuuste natuurlijke haag. Aan de strakke kant vormt zich een nieuwe haag. De robuuste kant is nog beter in staat grote dieren en mensen te weren en tevens biedt ze nog meer schuilplekken voor kleine dieren, insecten en vogels . Voor deze stijl is wel meer ruimte nodig: de haag wordt 2 tot 3 meter breed.

Maasheggenstijl

Vloeiend en natuurlijk

Ook de Maasheggenstijl lijkt op de Staken & Bindersstijl, maar dan zonder hulpmiddelen. De haagstammen leggen we in 2 etages. De 1e etage is aan de voet van de heg. De 2e etage op 1,2 meter hoogte: de toplaag.

Wilgentenen?

Het vlechten met wilgentenen – ‘tuinen’ – valt niet onder het heggenvlechten.

Tuinen is het maken van omheiningen door het vlechten van afgeknipte wilgentenen of ander dood hout. Deze “tuin” vernieuwd zicht zelf niet in tegenstelling tot vlechtheggen.  Er is een stijl waarbij jong aangeplante haagplanten in het niet levende vlechtwerk wordt ingevlochten. In de loop der jaren verweert en verrot het dode materiaal. De haagplanten nemen de functie na het vlechten dan over.